Verslag wandeling Windesheim en Herxen
9 november 2024
Noties over het landschap
Op 9 november '24 liepen we een rondje Windesheim en een stukje Herxen. Het was eenvoudig weer, grijs en tegen de regen aan.
We noemden de wandeling, een wandeling in het landschap van de Moderne Devotie. Het accent van de wandeling was gericht op het ervaren van het landschap: wat doet het landschap met ons. Dat past bij de essentie van de Moderne Devotie: terug naar de essentie, leven met wat er is en mogelijk is, soberheid en contemplatie.
Daarom hadden we als begeleiders mensen die niet alleen vertelden over het gebied, maar ons lieten kijken en het gezelschap gevoelig maakten voor observatie en overdenking.
De wandeling leverde ons de volgende inzichten.
Landschappelijk beleving vindt plaats via drie ervaringen:
1. Het awe principe. The feeling of awe. Wat in de geschiedenis/erfgoed ‘de historische sensatie’ wordt genoemd. Die momenten dat je van je stoel valt, de adem je beneemt om het landschap dat je ziet en ervaart. Het voor het eerst zien van de Alpen, van de zee. Het is soms natuurlijk, maar vaak ook geconstrueerd. Het landgoed bood veel ‘oh’ en ‘ah’ plekken: de zichtlijnen, bruggen, waterlopen, de kogel(vang), het abreuvoir, de majesteitelijke bomen.
Awe vormt ook de basis van rituelen. Die kunnen voor de gelegenheid worden gemaakt en opgeroepen: de verkiezingsbijeenkomsten van Trump cs, marcheren, parades.
2. Het bezitten en - voor ons - het herkennen van patronen, fractals:
Voorbeeld is de Fibonacci sequentie/wetmatigheden; de gulden snede. Dus het waarderen van groot, middel en klein in de natuur. Een bos heeft hoogopgaande, lagere en struikachtige begroeiing. Sjoerd Buisman onderzoekt de Philitaxis beelden: regelmatige en wetmatige patronen in de bladstand. Bleekselderij
Eigenlijk gaat het om het waarderen van verschillende landschappen: open en gesloten, dicht en open, klein en grootschalig, omwald of uitgestrekt. Op zoek naar patronen.
3. Soft fascinations
Het landschap bezien, ook op een kleine schaal; ‘naar mieren kijken’; gevoelig zijn/worden voor de kleur van de natuur; denk aan voorjaar of, heel anders, de herfst; het ervaren van stilte. Soft fascinations zijn voor iedereen anders en ook telkens anders. Ze bieden bij uitstek de mogelijkheid voor meditatie maar op hetzelfde moment ook voor verleiding, reclame.
Kind en later
Veel van de beleving van landschappen ontstaat uit ervaringen als kind. Die associaties, gevoelens blijven een heel leven levendig. Dat zijn vooral de awe ervaringen. Naarmate men meer kennis krijgt wordt het ontdekken van structuur en de soft fascinations belangrijker en intensiever. Maar: hou het kind in jezelf actief en in leven.
De overgangen in een landschap
De overgangen van het landgoed naar het agrarische landschap (hoe onaantrekkelijk dat op zichzelf ook kan zijn, ‘grasfalt’) zijn ecologisch, maar misschien ook wel qua beleving, belangrijk: daar vindt uitwisseling van species, microklimaten, intensiteit, plaats. Dat alleen al is een reden om afwisseling na te streven. Een bos (zelfs op een landgoed) is interessant maar het is misschien nog interessanter aan de randen als het via hoog, lager, laagst overgaat naar een open gebied.
Een ideaal landschap, het paradijs?
- Het kent overgangen van open naar gesloten, van bos naar weide, van water naar land etc.
- Er kom stroming in voor, glooiingen, bergen/heuvels, golven. Kortom er is beweging en hoogteverschil.
- En het zou alle zintuigen moeten aanspreken of daartoe de gelegenheid geven; dat betekent dat je ook alle zintuigen zou moeten willen gebruiken: horen, zien, voelen. Negatief geformuleerd: als je verteerd wordt door het kabaal van het verkeer dan is het net makkelijk iets te voelen of te zien. Een landschap waar ook stilte is, waar je kunt zien (dus niet alleen donker) en waar je contact mee kunt hebben, ware verkieslijk.
Maar misschien is het ideale landschap, het landschap dat iets van awe, wetmatige afwisseling en contemplatie biedt, in zich heeft. En mogelijk biedt de combinatie landgoed, open agrarisch landschap en de tichelgaten wel dat landschap.
Moderne Devotie
In de boomgaard van Herxen aan de rand van de tichelgaten, zie je de samenwerking, de diversiteit (allemaal verschillende geadopteerde hoogstam fruitbomen) en hoe het er aan toe zal gaan straks: een lange tafel gedekt met lokale producten en als gasten de bewoners van Herxen en Windesheim. Wat een rijkdom.
Want deze eenvoudige economie heeft het gebied welvaart gebracht en Zwolle veel opgeleverd. Sterker nog de welvaart van Zwolle kwam voor een groot deel door deze eenvoudige economie; zoals Kampen groot werd door de exploitatie – en dat klinkt gelijk minder vriendelijk – van Kampereiland. Welvaart in de stad komt vaak/meestal/altijd van het omringende gebied. (En in Nederland via haar koloniën.)
Historie
Naar aanleiding van de laatste laagstam perenboom van een voormalige bongerd.
Hoe maak je duidelijk, hoe laat je zien dat er eerder een ander landschap was. Verschraling en verdwijnen variatie. Voor iedereen die nieuw komt, begint de historie op het moment van aankomst. “Die geul is er altijd geweest”, zong …. bij de theateruitvoering over de hoogwatergeul. In het Derde Waterverhaal bepaalt wie meegepraat heeft de nieuwe werkelijkheid; wat er eerder was wordt niet meer vermeld en dus gewaardeerd.
Het landschap bepaalt ’t zelf
De weemoed van de rivier
We hebben de stilte gehoord
Met dank aan Ton Stroucken, de psychologie van het landschap; Hans van Zwolle, moderne devotie; Johan Jonker, gedichten; Albert Corporaal, nagesprek
Gerard Hendrix, verslag
hier nog de uitnodiging met kaartje