verslag wandeling Twello

We wandelden met groep van 12 personen ten zuiden van Twello en liepen deels op de winterdijk en deels over rivierduinen en het bemalen polderland. We startten met uitleg over de directe omgeving waar Gert Jan Jansen (ook deelnemer) de start van zijn levenswandel begon en waar zijn ouders nog vrijelijk rondom konden kijken, waar nu een tamelijk besloten en deels bebouwd gebied was.


Tijdens de wandeling werden tal van aspecten in het veld al bekeken en besproken en in het nagesprek, met een heerlijke lunch met allerlei, voor menigeen althans alternatief, gebruik van ‘vergeten en of onbekende’ planten die tot voedsel kunnen dienen.

Een veelheid aan zaken kwam aan de orde, waarbij steeds gefocust werd op  zo veel mogelijk cyclus/duurzaam handelen van ons landgebruik en onze omgang met de bodem als belangrijkste ondergrond. Erg veel belang hechtte men aan de stand-land-relaties zo er die waren en weer ‘moeten’ komen. De bovenregionale doorsnijding door snelweg en de doorgaande verstedelijking werden aangehaald als wezenlijke factoren in de aard van het landschap. 
Veel ontwikkelingsrichtingen komen aan de orde en alle hebben gemeen dat de processen om tot resultaat te komen erg ingewikkeld zijn en zeer veel tijd vragen. Geschetst wordt dat vernieuwingen in ons voedsel zonder de één of andere garantie nauwelijks kans van slagen lijkt te hebben. Ondernemers die zulks willen moeten inventief en geduldig zijn (voorbeeld: Hof van Twello).


Men was unaniem dat er ruimte moet overblijven voor de productie van voedsel voor de inwoners.


Aparte aandacht ging uit naar wat of wat als dragers van het landschap, ook n.a.v. de 4 nieuwe landgoederen/-huizen. De een verafschuwde het geel, de ander omarmde het. De vraag rees: zijn het voorboden van het nieuwe landschap of zijn het nog dragers van een oud landschap. Impliciet: wat ‘hangt’ ons nog boven het hoofd (….). Waarom niet helemaal nieuwe dorpen maken (denk aan Lelystad, Almere, samen goed voor ruim 350.000 inwoners), bijvoorbeeld hier “Nieuw-Zwolle”, of toch wonen op de Veluwe als we allerlei waterstijgingen niet meer aankunnen. Gaan we ons verzetten tegennieuwigheden of gaan we ze omarmen, en op die vraag is niet klip en klaar antwoord gekomen, maar misschien ook niet te geven. “Scheren we teveel over één kam ?”

Een geregeld gehoord adagium is: laten we streven naar meer/veel verscheidenheid in juist een klein gebied. 

Zijdelings nog kwam aan de orde de opwekking van energie, want hoe kijken we aan tegen windmolens (H 220 of zelfs 280 meter) of ‘parken’ vol zonnepanelen. Iemand merkte op dat er wel een ‘zeilboot of surfplank’ op zo’n kunstmeer kan worden geplaatst. Omarm het en doet er kunstzinnig iets mee.



Van de wandeling is een tweede verslag. Zie hier.