Landschap, ruimte, erfgoed
naar aanleiding van de wandeling Bronkhorst Steenderen
The invention of tradition
Eindelijk mooi weer. Nog even is ‘t koud maar al lopend begint bijna lente. Na alle regen en wind is het een verademing. Het land rond Bronkhorst en Steenderen oogt nog nat, niets is nog opgedroogd en we durven nog niet te wandelen langs de Grote Beek. Later wel langs de Kleine Beek. Over het gemaaide riet, het geeft wat vastigheid.
Het is ook de dag dat het nieuws naar buiten komt over een Gelders Museum. Je kunt je er als je in Bronkhorst bent wel wat bij voorstellen. Dat historisch decor, het stadje op een terp, de bestrating, de kerk in de midden , de huizen met vooral veel hospiltality. Als we op de burchtheuvel met de restanten van de motte die hier ooit gestaan heeft is het nog logischer.
Hoewel. Altijd waakzaam zijn voor de invention of tradition. Geschiedenis kan snel ontstaan.
Kijk eens hoe complex ieder verhaal, iedere waarheid al kan zijn. Als we nu oordelen over wat er ooit gebeurde dan doen we dat met een mini-mini-mini fractie van wat er daadwerkelijk aan de hand is want de gesprekken, ontmoetingen, publicaties, gebeurtenissen die leidden tot, noem maar de acceptatie van de spreidingswet door de Eerste Kamers, de aanleg van de rondweg om Twello, de verspreiding van het corona virus (en haar naamgeving) zijn zo talrijk dat iedereen er wel een nieuwe waarheid van kan maken. Als er ook nog gerefereerd wordt aan herinnering, of nog erger overgeërfde herinnering, - ‘herinnering is als een hond die gaat liggen waar hij wil’, aldus Cees Nooteboom – dan is iedere waarheidsvinding een hachelijk iets. Zo kun je iedereen alles wijsmaken.
Dat Gelders museum kan dus slechts fracties laten zien van wat misschien eens was en heeft alleen maar als doel om de geschiedenis te laten zien zoals je die wil laten zien -. Maar het kan legitiem zijn, zeker als er een geest door Nederland waart die zegt dat het platteland een boost nodig heeft en cultuur alleen nog maar uit erfgoed bestaat.
In dat narratief past Bronkhorst. En misschien nog meer Bronckhorst, de gemeente die zich met de -c- een stukje geschiedenis heeft ingepikt. De eerste van de P10 gemeenten. Of is dat ook invention of tradition. Moet ook wel want om van vijf voormalige gemeenten, een nieuwe te maken en daarbij niemand achter te stellen of te bevoordelen heb je een nieuwe identiteit nodig.
Deze wandeling van ‘de IJssel anders’, - een van de vijf, misschien meer – begon dus in Bronkhorst. We stonden rond het beeld van de motte die hier ooit gestaan moet hebben. Een plek met door de bomen heen het uitzicht op de IJssel en de vlaktes, eens overstromingsvlaktes van de rivier. Direct rondom staan paaltjes met daarop plaquettes met de jaartallen van gebeurtenissen: oprichting, brand, verovering, oorlog, uitbreiding, you name it. Geschiedenis bestaat vooral uit jaartallen waarmee geschiedenis wordt gemaakt.
Als dit zo’n belangrijke plek is geweest namelijk een eigen verdedigingswerk, een burcht, dan is de vraag waarom is die in de ontwikkeling van de rivier niet meegekomen: waarom Doesburg en Zutphen wel en Bronkhorst niet. Waar ligt dat aan? De relatieve ligging, mensen die de juiste beslissingen nemen, de juiste macht hebben? De tijd? Of is het simpeler. De oude IJssel, de Berkel, de Schipbeek leverde de aanvoer vanuit het achterland en door handel ontstonden waar de rivieren in de IJssel stroomden de belangrijke plaatsen. Ook nu weer. Zwolle als knooppunt naar het noorden, schakelpunt voor trein en wegvervoer. Dat zijn de rivieren van nu. Maar waarom dan niet Deventer als verbinding naar het oosten. Arnhem lijkt die functie meer te hebben. Logisch, het heeft een drukker achterland, het Ruhrgebied.
Ruimtelijke ordening
Wat heerlijk om alles te kunnen terugbrengen tot één verklarende waarheid. Iets waar de politiek steeds vaardiger in lijkt te worden.
Maar toch. Deze wandeling had ook als doel om meer dan elders aandacht te geven aan ruimtelijke ordening, zeg maar het vakgebied dat jaren heeft moeten inleveren aan belang want ‘Nederland is af’ en ordening, och dat doet de maatschappij zelf wel. Niets blijkt minder waar. Alle opgaven – zo heten problemen tegenwoordig – stapelen zich op en moeten aangepakt worden in de bestaande ruimte van Nederland.
Daarom is er weer heel veel beleid op dat gebied: de omgevingsvisie als belangrijke aanjager maar ook het PPLG (het Provinciaal programma landelijk gebied) dat de stikstofcrisis in de landbouw had moeten ‘oplossen’, en het GEIS en het Regionaal Voorstel. Ook nog Regionale Arrangementen. Je kunt het allemaal nalezen. De meewandelende provinciaal medewerker ging er bij de wandeling (gelukkig) niet te diep op in, het zou te veel zijn geweest. Hij wees vooral op de Streekgidsen die de provincie Gelderland heeft laten opstellen voor de 11 streken die worden onderscheiden.
De IJsselvallei is er een van en het bureau heeft de IJsselvallei verder opgedeeld en voor de 7 sub-streken uitgebreid de kernkwaliteiten in kaart gebracht.
Doel van de gidsen is om besturen, ondernemers en mensen te helpen een nieuwe ontwikkeling zorgvuldig, dat wil zeggen aansluitend bij de kernkwaliteiten van een gebied, in te passen, ja zelfs die zo mogelijk te versterken.
Toen we voor het wit, grijze vrieshuis van Avico in Steenderen stonden ontkwamen we natuurlijk niet aan de discussie of en hoe het gebouw ingepast zou zijn in de omgeving. Zou het dominante gebouw, als er toen een streekgids geweest was, – en die was er zeker al wel, alleen heette die anders – er niet of anders gekomen zijn? Tijdens de discussie gaat het vooral over werkgelegenheid, sponsoring van de voetbal, warmtoelevering aan het openluchtzwembad van Steenderen. Minder over ruimtelijke kwaliteit. Steenders Landschap zal er straks hoogopgaande bomen op gepaste afstand bij zetten om het zicht op de kolos te breken.
Nieuwe kwaliteit
Nu is dat misschien ook wel de makke met alle ruimtelijke plannen die nu weer gemaakt worden: is het niet teveel van het goede? Er staat zoveel in dat er linksom of rechtsom altijd wel een argument te vinden is dat je kunt gebruiken. En anders is er dus altijd nog wel ‘het economisch belang’.
Nu de klimaatopgave alles lijkt te bepalen, zou ‘kwaliteit. Niet vertaald moeten worden met een paar, daarvan afgeleide criteria. Voldoe he daaraan dan kunnen nieuwe ontwikkelingen worden toegestaan. Hou het simpel. Iedere nieuwe ruimtelijke inpassing moet maximaal bijdragen aan een directe afname van de klimaatdruk (bodem, stikstof, water). Dat betekent maximale biodiversiteit en diversiteit in het algemeen. Voorbeeld: het landschap heeft reliëf, is opgedeeld, is kleinschalig, is bewandelbaar, beleefbaar.
Duurzaamheid – als je het zo zou willen noemen – is ook steeds rendabeler, economisch gezien. En als het dat nog is dan doen we een stapje terug. Nulgroei. Herenboeren en Land van Ons, boer-consument arrangementen, kringlopen, voorbeelden genoeg dat het anders kan.
Het landschap en de IJssel
Want het landschap rond Steenderen lijkt te bestaan uit ogenschijnlijk grote ongedifferentieerde vlaktes maar het reliëf, de ruggen, de aarzelende beplanting, het laat zich nog net onderscheiden. Het laat ook zien hoe rationeel het nu is ingericht. De Grote en Kleine Beek zijn recht en strak, met beginnende natuurvriendelijke oevers. De Modderkolk ligt verborgen als een natuurgebiedje. In zo’n landschap passen we nieuwe ontwikkelingen in. De 20 of zo kleine keuters van 50 jaar geleden aan de noordkant van Steenderen, daarvan kan er misschien wel een enkele terugkomen.
Doe de ogen dicht, misschien zie je het landschap van 100 jaar terug: de IJssel en haar zijtakken heeft overal gelopen. Een getuige ervan: er ligt een Spaansweerd aan beide kanten van de IJssel: de boerderij waar we langlopen en een chique buiten Spaensweerd, aan de Brummense kant.
Nu is de IJssel een absolute grens. Nergens behalve bij het pontje, kom je bij de IJssel. Je raakt die niet aan. Bewoners en de recreatiesector pleiten overal langs de IJssel voor meer toegankelijkheid. De genoemde Streekgids benoemt het ook als een van de wenselijkheden.
Ook wij praatten er tijdens de wandeling over. De IJssel is van ons allen en, in het nieuwe jargon, je moet die kunnen beleven.
Goed dat er ook andere geluiden te horen zijn: ben voorzichtig met het bereikbaar maken van de oevers. De plekken die bij Ruimte voor de Rivier voor rivierrecreatie zijn opgesteld laten ook de keerzijdes van te makkelijke toegang zien: overlast en rotzooi.
Omdat de bewoning dichtbij de IJssel ontbreekt op dit deel van de IJssel is controle wel een ding.
Maar Steenderen op afstand eert haar IJssel en het plein rond de kerk wordt nu herbestraat waarbij de IJssel zichtbaar wordt. Een gemeentelijk project dat het dorp oppakte en realiseerde.
Gerard Hendrix