Het Landschap aan het woord
't Wilgentakje
Denkend aan Cortenoever
zie ik ‘n brede rij wilgen
traag groeiend door oneindig
laagland gaan
rijen ondenkbaar
krachtige wilgen
als stevige bakens
in het landschap staan
Het waren mijn ‘ouders’
de prachtige knotten
maar nee, de mens dacht
dit past hier niet
dijken verleggen is
knotwilgen slopen
die eignlijk té mooi staan en
stroom geen weerstand biedt
De lucht hing er laag
in één dag: wég prachtige haag
met malende machines
versnipperd, grof geweld
wat is het toch netjes
nu daar in Cortenoever
klinkt de stem van ‘beschaving’
in het dorp wordt dát vertelt
Denkend aan Cortenoever
de wilgen van mijn ouders
als eenzame tak zwierf ik rond
aan laarzen bleef ik plakken
ging mee ‘over de dijk’
en stak daar in drassige grond
d’uiterwaard is nu mijn bestaan
daar ben ik in gaan zakken
Ik groeide uit,
van takje naar wilg
maar voel me er nu
opnieuw bedreigd
weer komen machines
met heftige bekken
no go ‘Natura 2000’
is wat men luid verzwijgt
De lucht hangt er laag
de dadenkracht groot
protest van oude grond
wordt vakkundig gesmoord
Want…
in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord
Rudie van den Berg