Het Landschap aan het woord
Vooruitgang
Ooit was ik. Naamloos nog. Een miljoen jaar geleden, 500 duizend jaar geleden, 500 jaar geleden. Ik was bos, moeras, water. Later was ik ook een heideveld, een karrespoor, een akkertje, een weiland. Mensen en dieren maakten gebruik van mij, aten van me, zochten beschutting bij me, woonden in me, speelden in me. Met die dieren ging het nog wel goed, ze aten nooit meer dan ze nodig hadden, en als er schaarste was pasten ze hun aantal aan. Maar die mensen… Het begon er allemaal mee toen sommigen van hen mij tot bezit verklaarden, ze zetten een hek om wat ze hun eigendom noemden en verkochten de producten die ze er van af haalden. Het kapitaloceen had een aanvang genomen, het tijdperk waarin niet ik, de ecologie of de natuur bepalend was voor mijn inrichting, maar geld. Ik was vermogen geworden, huizen, fabrieken, stallen en recreatieparken.
Wég was de marke, de meente van bewoners die mijn grond gezamenlijk beheerde. Wég was ook het oude evenwicht in mijn gebruik. Nee, de opbrengsten moesten méér worden, het systeem vroeg er om. En mest en later kunstmest en zelfs veevoer werden van ver aangerukt, mijn kleinschalige en afwisselende inrichting maakte plaats voor eentonige grootschalige monocultures. Het subtiele evenwicht in mijn bodems en begroeiing werd verruild voor de welstand van een steeds kleinere groep van overblijvende boeren, handelaren, toeleveranciers en verbruikers. Ik werd saai.
Ik ben. En aangewezen op mensen, toch wel, ik moet het er mee doen! Sterker zelfs, het woord landschap is een Hollands begrip, het Engelse landscape is er van afgeleid. Holland stond ooit model voor het door mensenhanden creëren van een leefomgeving. Eerst vooral via het water, wat zich vertaalde in waterschappen, later eveneens als land, geschapen land, landschap, dat is wat ik ben. Mijn hoop is er dan ook op gevestigd dat er ook nu weer mensen zullen zijn die het kapitaloceen durven te weerstaan en mij op een nieuwe, inclusieve manier verder vorm zullen geven. Want natuurlijk hebben jullie huizen nodig, fabrieken, stallen, recreatieterreinen en voedsel. Mensen willen werken en leven en ik begrijp dat best. Voorbij de plaggenlandbouw en de romantiek van een arcadische leefomgeving. En dat kán ook. Was het niet Carlo Petrini, oprichter van Slow Food die vaststelde dat de aarde wel 16 miljard mensen kan voeden, op een ecologische natuurinclusieve manier? Het kán! Mij hoor je niet huilen over een nieuwe woonwijk, een extra vakantieboerderij, een zonnepanelen park, windmolens of weer een distributiecentrum. Ontwikkeling gaat door, huizen veranderen, techniek ontwikkelt zich, wetenschap ontsluit elke keer weer nieuwe kennisterreinen. Het zijn mensen die die ontwikkeling vorm geven, jullie, jij. Een taak én een opdracht, zo zie ik dat.
Betrek álle functies in je ontwerpen. Alles overziend kom ik dan uit bij kleinschalig en productief grondgebruik, ecologisch beheerd, multifunctioneel, mét alle bebouwing die nodig is. Begin er eens mee je nieuwe hagen, houtwallen en bosschages oogstbaar te maken. Dat geeft die nieuwe landschapselementen ook een economische functie, zoals ze ook vroeger die functie hadden. En socialiseer: vorm nieuwe meentes samen met omwonenden als drager voor je lokale voedselvoorziening. Dat maakt het landschap, mij dus, niet alleen biodivers en ecologisch sterk maar ook renderend en juist dáárdoor ook duurzaam. Ik zie er naar uit nieuwe gewassen te dragen voor aanvullende voeding en ter vervanging van de overmaat aan weilanden. Koolzaad, veldboon, vlas, lupine, quinoa, yacón, oliepompoen, vezelhennep, sorghum, eetbare (nu nog) wilde planten etc. Hoe mooi zal dat zijn? Of walnoten. Ik heb me laten vertellen dat er alleen al van dit gewas 30.000 ha kan worden aangeplant om de binnenlandse vraag te dekken. Het kan! Prachtige, nieuwe, functionele en renderende hoogstamboomgaarden! Zorg ervoor dat je overheid die kleinschalige multifunctionele productiewijze stimuleert en beschermt. Dan zullen vorm en functie weer samenvallen, net als vroeger.
Dán zal ik zijn.
---------------------------
Ter inspiratie, de discussie loopt al even….
- Hans Achterhuis. Natuur tussen mythe en techniek. 1995.
- John Berger. Het varken aarde. (De vrucht van hun arbeid). 1979/1990.
- Ger Harmsen. Natuur, geschiedenis, filosofie. Sunschrift 89. 1974.
- Gert Jan Jansen. Kleinschaligheid als alternatief. Nieuwe meentes in een nieuwe economie. 2014
- Erwin H. Karel. Boeren tussen markt en maatschappij. Essays over effecten van de modernisering van het boerenbestaan in Nederland (1945-2012). 2013.
- Jan Kolen en Ton Lemaire (red). Landschap in meervoud. Perspectieven op het Nederlandse Landschap in de 20ste/21ste eeuw. 1999.
- Ton Lemaire. Filosofie van het landschap. 1970.
- Thijs Lijster. Wat we gemeen hebben. Een filosofie van de meenten. 2022
- Geert Mak. Het ontsnapte land. 1998.
- Jason W. Moore. The Capitalocene. Part I. On the nature and origins of our ecological crisis. Part II. Accumulation by appropriation and the centrallity of unpaid work/energy. The Journal of Peasant studies, 2017.
En zal nog wel even duren ook…..
Gert Jan Jansen
Een leven lang gewas- en landbouwvernieuwing in (exotische) groenten en eetbare wilde planten, sociaal en renderend. Xotus Delft (1983-2002), Hof van Twello (2003-2020), Florae Renderend Landschap (v.a. 2021).