Het Landschap aan het woord
Stad en Land
De laatste jaren wordt er steeds meer gewandeld en gefietst, er wordt van mij genoten! En dan hoor ik weer steeds meer mensen praten over ‘de kloof tussen stad en platteland’. Deze discussie loopt al eeuwen, op en af. Denk bijvoorbeeld eens aan Rousseau met zijn verheerlijking van de natuur en de natuurmens. Lange tijd ebt de discussie dan weer weg maar zoals ik al zei, het gesprek erover is nu weer helemaal terug! Volgens sommigen is er zelfs sprake van een ronduit de héle maatschappij bedreigende kloof!
Ooit speelde deze discussie niet, laat staan dat er sprake was van een dreiging. Steden waren klein en ook binnen de steden huisden boeren en boerderijen, tot in de 20e eeuw toe! De ommuurde steden boden in tijden van nood bescherming aan de mensen van buiten. Wat hen bond was ook hun taal. Nog steeds kun je in Deventer, Zutphen of Doesburg op straat dialect horen spreken en op menige ziekenhuisafdeling is het dialect bij vlagen nog steeds de voertaal.
De eerste grote verandering trad op nadat steeds meer mensen in de steden gingen wonen. Wijk na wijk werd buiten de oude vesting toegevoegd aan de stad en ik moest….wijken. De mensen moesten wel want toen de gemeenschappelijke gronden werden geprivatiseerd hadden met name de armere mensen geen mogelijkheden meer om hun vaak karige loon aan te vullen. Dat kwam goed uit want net in die tijd hadden de opkomende industrie, handel en een voorzichtig uitdijende overheid steeds meer mensen nodig. (Je zou bijna denken dat het georganiseerd was….). Sommige landloos geworden boeren en landarbeiders zagen zo eind 19e begin 20e eeuw hun kans schoon en begonnen kleine tuinderijen waarvan zij de opbrengsten op de markt in de stad verkochten. Zij ontsnapten aan de fabriek, de grauwe arbeiderswijken en in veel gevallen aan armoede. In en rondom de steden veranderde mijn verschijningsvorm dus sterk. Wat verder van de stad ontstonden in diezelfde tijd met name in het noordelijk deel van de Ijsselvallei steeds meer fruitteeltbedrijven. En waar koeien eeuwenlang als voornaamste functie de productie van mest voor de akkers hadden gehad kwamen nu hun melk, kaas en melkproducten centraal te staan. Zuivelfabrieken kwamen op en steeds meer ‘rationeel’ landgebruik deed zijn intrede. Grond- en pachtprijzen begonnen langzaamaan te stijgen. Grond werd geld!
Voor veel van de oude grootgrondbezitters kwam die ontwikkeling echter te laat en menig eertijds groots en ruig landgoed werd steeds meer opgedeeld in kleine productieve bedrijven. Met de ontginningen van de 19e en de ruilverkavelingen van de 20e eeuw was het vaak helemaal met mijn schoonheid gedaan.
En het volk begon te morren. ‘Overheid, waar heb je ons gebracht?! Hoe kan ik zo nog genieten?’ Ik werd gezien als een weerloos slachtoffer. En daar hadden ze gelijk in want ikzelf heb niks te vertellen. Ze vonden overigens weinig gehoor bij veel van mijn beheerders, opgesloten als die waren in de ratrace naar groei en winst. Die vergaten hun oorspronkelijke coöperatieve solidariteit. Hun voormannen, standsorganisaties, kerken, politieke partijen, banken en eertijds, ooit, gezamenlijke fabrieken accepteerden dat in nog geen 70 jaar tijd bijna 90% van hun collega’s letterlijk het veld moest ruimen. Volgens hen was er geen alternatief. Waar alles in mij samenhangt en ook voor het zwakste onder mijn onderdelen ruimte is om het geheel sterker te maken vergaten mijn beheerders deze oerregel van mijn ecologie. Ik heb daar zwaar onder geleden! Kijk wat er van me overbleef, hoe ik kreupel en aangeslagen probeer te overleven. Iets wat ik dan ironisch genoeg toch weer gemeen heb met veel van het restje boeren.
Gelukkig dat er de laatste jaren allerlei initiatieven zijn ontstaan, van voornamelijk stedelijke mensen, met als gemeenschappelijk kenmerk dat bewoners van mijn streken weer zelf verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen natuur en voedselproductie, op een schone en inclusieve manier. Daar vaar ik wél bij! Het zijn de coöperaties van vandaag én morgen, de ouden zijn voorbij gegaan. Maar er is nog veel te doen, als ik zo vrij mag zijn. De meeste van deze nieuwe bedrijven zijn immers nog niet winstgevend en eigenlijk is de strijd van die oude boer om te overleven en om een waardig leven te kunnen leiden, ook hún strijd. Ondanks alle verschillen zouden ze veel van elkaar kunnen leren. De één in een traditie van 12.000 jaar landbouwontwikkeling, de ander met zijn romantische maar legitieme verlangen naar heelheid. Maar wie ben ik…. Echter, zo lang je de problemen voor het overleven van boeren, zelfs voor de weinigen die er nog over zijn, niet oplost is er voor mij ook weinig toekomst, daarom is het voor mij wél van belang.
En die kloof tussen stad en platteland? Die bestaat helemaal niet, hou me ten goede. Er is wél een kloof tussen mensen die macht hebben over hun eigen situatie en toekomst en hen die dat niet hebben. En die wonen overal. Klassenverschillen noemden ze dat vroeger met een daaraan gekoppelde klassenstrijd, die zeker gaande is. Al zijn de klassen wat anders te definiëren dan vroeger.
---------------------------------
Ter inspiratie:
Als je denkt dat alles nu zó ontzettend nieuw is en ‘nog nooit vertoond’ dan loont het misschien wat geschiedenis te doen. Een kleine greep:
- Karl Kautsky. Die Agrarfrage. Eine Uebersicht über die Tendenzen der modernen Landwirthschaft und die Agrarpolitik der Sozialdemokratie.1899.
- Commissie van Advies Dienst kleine boerenbedrijven. Rapport over den sociaal-economischen toestand der kleine boerenbedrijven in Nederland gevolgd door voorstellen ter verbetering van den bestaanden toestand. 1937.
- Landbouw Economisch Instituut. Het kleine-boeren vraagstuk op de zandgronden. 1951.
- H.B.Demoed. Mandegoed Schandegoed. De markeverdelingen van oost-Nederland in de 19e eeuw. 1987
- Hans Achterhuis. Het rijk van de schaarste. Van Thomas Hobbes tot Michel Foucault. 1988.
- John Berger. Sering en vlag. (De vrucht van hun arbeid), 1991.
- Hilde Krips-van der Laan. Woord en daad. De zoektocht van Derk Roelfs Mansholt naar een betere samenleving. 1999.
- Hans Schiere, Harm Jansens. Gewoon ongewoon boer zijn. Het PMOV verhaal voor boeren, burgers en buitenlui. 2007.
- Paul Hilferink. Sociale spanningen binnen een kleine agrarische gemeenschap: de ontbinding van de Marke van Wisch (1847). Leidschrift, jaargang 25, nummer 2, 2010.
- Dick Hollander. Tegen beter weten in. De geschiedenis van de biologische landbouw en voeding in Nederland. 2012.
- Johan van Merriënboer. Mansholt, een biografie. 2019
- Thomas Piketty. Kleine geschiedenis van de gelijkheid. 2021. (of als je de uitgebreide versie wilt: Kapitaal en ideologie. 2020)
Gert Jan Jansen
Een leven lang gewas- en landbouwvernieuwing in (exotische) groenten en eetbare wilde planten, sociaal en renderend. Xotus Delft (1983-2002), Hof van Twello (2003-2020), Florae Renderend Landschap (v.a. 2021).