Het Landschap aan het woord

Rechtlijnigheid 


Ik denk graag rechtlijnig 

 

’t Was even een twijfelgeval of ik als weg in Polder Mastenbroek wel tot de IJsselvallei behoor, maar als ik onder de IJsseldelta val, dan is de vallei niet ver weg. Aangezien ik van rechtlijnig denken houd, is formeel vastgesteld dat ik mee mag doen en ook mijn zegje mag doen over het landschap van de IJsselvallei. 

Het is ongekend hoe strak ik ben aangelegd in de periode na 1364. Ik zie de mannen nog voor mij, die continu Hasselt en Oosterholt in het oog hielden om de richting te bepalen. En dat is ze goed gelukt, met bij de kruisingen heel kleine verspringingen. Ze gaven mij de mooie naam ‘Kerkwetering’. 

Kerkwetering; foto Freddy Schinkel 

Veel mensen die nu over mij heen rijden, realiseren zich niet dat ze voor mij de zoveelste voorbijgangers zijn. In ruim 6 eeuwen lang heb ik al veel volk voorbij zien komen en op hun reis begeleid. Traag volk, snel volk, het hoofd gebogen om zo snel mogelijk vooruit te komen, soms met meer tijd, om hen heen kijkend naar het prachtige landschap. De eerste eeuwen deed mij dat nog weinig pijn, voetstappen wegen niet zo zwaar, een paard en wagen vallen ook nog wel mee. Maar jaren geleden kwam daar verandering in met voertuigen op wielen, zwaar en groot! ‘k Krijg er vaak hoofdpijn van. 

 

Wat ik jammer vind is dat zo weinig mensen mij maar echt waarderen, die doorhebben over welke rijke geschiedenis ze rijden en dat ik daardoor veel te vertellen heb. Ik ben er in ieder geval trots op! De mannen die mij aanlegden hebben hun werk briljant goed gedaan, want ik ben er nog. Ik zorg nog altijd voor verbinding tussen plaatsen en tussen mensen. In het voorjaar geniet ik al eeuwenlang van de weidevogels, alhoewel het er wel steeds minder worden. Ook de ochtenden met de mist over het land, blijven door alle eeuwen heen prachtig om te zien. 

 

Zoals je zult begrijpen denk ik graag rechtlijnig. Ik heb wel veel met polders, maar niet zo veel met polderen. 

In de loop van de jaren is er wel eens iets van mij afgesnoept, meestal aan de randen. Het gerucht gaat dat dit niet zo’n pijn zou doen, maar ik voel het wel hoor. Ik raak de verbinding kwijt met de IJsselvallei, kom steeds meer geïsoleerd te liggen en dat past mij niet, aangezien ik juist de verbinding zoek. Ik hoop dat de mensen keuzes durven maken. Wil je mij als weg en polder nu behouden of niet? Gun je mij nog eeuwenlang de weidevogels, de mist, de wetering als mijn goede trouwe buur en de mensen die om zich heen kijken? Aan mij zal het niet liggen, ik blijf nog graag even liggen, het liefst zonder hoofdpijn.     

 


Jan-Olaf Tjabringa 

Projectuitvoerder bij de Gebiedscoöperatie IJsseldelta